3 jaar in Het land van rouw: een terugblik

Last updated on augustus 4th, 2025 at 08:27 am

3 jaar in het land van rouw

We naderen de derde sterfdag van mijn dochter Lucy. Tien augustus is het weer zover. Bijna drie jaar geleden tuimelde ik Het land van rouw in. Bijna drie jaar dat ik leef met het verlies van een kind. Ik vroeg me ineens af:

‘Hoe kijk ik terug op die drie jaar?’

3 jaar in Het land van rouw: Een terugblik

Het eerste jaar: shock en chaos

Terugkijkend zie ik het eerste jaar vooral als een jaar van chaos en ontzetting. In het eerste jaar had ik geen idee wat ik moest doen. Dus deed ik zoveel mogelijk wat ik altijd had gedaan. Wat ik deed voordat Lucy er ineens niet meer was.

Dat betekende dat ik elke week met mijn man naar dansles ging, dat ik meedeed aan drie leesgroepen, dat ik regelmatig ging koffiedrinken met buurvrouwen en vriendinnen en dat ik in het weekend een opleiding volgde. En natuurlijk werkte ik aan mijn blogs.

Daarnaast deed ik vrijwilligerswerk bij de bibliotheek: ik bracht en haalde boeken voor een mevrouw die zelf niet meer naar de bibliotheek kon. Oh ja, en ik zocht een therapeut en ging naar een acupuncturist. En als iemand vroeg: ‘Hoe gaat het met je?’ dan antwoordde ik hulpeloos: ‘Ik doe maar wat.’

Het tweede jaar: ruimte maken

Zo ging dat eerste jaar voorbij, en aan de buitenkant zag ik eruit als iemand die goed meedeed aan het leven. Maar in de derde maand van het tweede jaar was ik toch wel erg moe.

Zo moe, dat ik na lang wikken en wegen een keer afzegde voor één van mijn leesgroepen. Dat gaf me een enorm gevoel van opluchting en bevrijding. Sterker nog, het voelde zo goed, dat ik nog een paar afspraken afzegde. En toen nog een paar. En nog een paar. Ik zegde net zo lang dingen af, tot ik een compleet lege agenda had. En ik vond het heerlijk.

In mij ontstond het idee dat ik tijd en ruimte wilde maken om met mijn rouw aan de slag te gaan. In plaats van filosofieboeken en andere boeken, wilde ik mijn tijd voortaan gebruiken om boeken over rouw te lezen. Ik voelde me als zo’n personage in een film die met een woeste zwaai alles van tafel veegt.

via GIPHY

Tegelijkertijd voelde ik me wel een beetje onzeker. Was het geen linke soep om al mijn bruggen achter me te verbranden? Pleegde ik sociale suïcide?!  Ik had juist het hele eerste jaar zo hard gewerkt om alles in stand te houden. Om mijn contacten te onderhouden zodat ik niet zou vereenzamen.

Wat als ik zou eindigen als een eenzame kluizenaar?

Daarom zei ik regelmatig dingen als: ‘Ik doe dit drie weken, en dan pak ik alles weer op.’ Maar toen de drie weken voorbij waren mompelde ik: ‘Nou ja, laat ik er zes maanden van maken.’ Zes maanden werden een jaar, en inmiddels naderen we het einde van het derde jaar. En ik heb me gerealiseerd dat ik leven als een kluizenaar heel fijn vind.

Het derde jaar van rouw: voorzichtig de ruimte omarmen

Op het derde jaar van rouw kijk ik terug als een jaar waarin ik ietsje meer rust begon te voelen. Waar ik het eerste jaar in een soort ontzetting leven, en het tweede jaar eindelijk ruimte durfde te maken om te rouwen op een manier die bij mij paste, was het derde jaar het jaar waarin ik de ruimte die ik had gecreëerd voorzichtig durfde te omarmen. Dit derde jaar was een jaar van verdieping. Een jaar waarin ik soms ietsje van grond onder mijn voeten voelde.

Maar ook een jaar waarin ik nog steeds de gigantische verbijstering voel over het feit dat Lucy niet meer leeft. Dat kan toch niet waar zijn?! Het is toch ongelooflijk?! Dat verzin je toch niet?!

rouw woede

Het vierde jaar van rouw

Nu nadert dus het vierde jaar van rouw. Hoe ga ik dat invullen? Ik ben nog lang niet klaar met lezen, luisteren en schrijven over rouw. Wel heb ik heel voorzichtig gekeken naar een cursus hier in de buurt die als doel heeft om je meer in contact te brengen met je innerlijke wijsheid. Maar ik weet niet of ik dat ook echt ga doen. Op dit moment verwacht ik dat ik het vierde jaar hetzelfde ga invullen als het tweede en derde jaar. Er is nog zoveel te leren en ontdekken op het gebied van rouw. Bovendien heb ik veel tijd en ruimte nodig om aan Lucy te denken.

Wat is erger het eerste of het tweede jaar?

Het is een bekende discussie: Wat is erger? Het eerste jaar nadat iemand overlijdt of het tweede jaar? Soms zeggen mensen onheilspellend:

‘Wacht maar! Het tweede jaar is nog veel erger!’

Het eerste jaar is het jaar van alle eerste keren. De eerste Kerstmis, de eerste verjaardag enz. Het is ook het jaar waarin mensen nog actief met je meeleven. Het tweede jaar is het jaar waarin vaak de shock wat afneemt. Dat betekent dat de harde nieuwe realiteit doordringt, terwijl tegelijkertijd de omgeving afgeleid raakt door andere dingen.

rouw na het eerste jaar

Lekkere combi!

Het wegebben van de shock, in combinatie met het afnemen van liefdevolle ondersteuning, is één van de redenen dat het tweede jaar van rouw voor veel mensen een hele koude douche is. Zeker als ze dachten dat het minder pijnlijk zou worden. Het roept bij mij het beeld op van een hordeloop. Je denkt dat je bij de finish bent, en dan blijken er ineens nog eindeloos veel nieuwe hordes te staan!

via GIPHY

Voor mij zijn het eerste en tweede jaar als appels en peren.

Als ik terugkijk naar hoe ik was in het eerste jaar, dan heb ik het gevoel dat ik er niet helemaal bij was. Het tweede jaar was compleet anders. Niet erger, of minder erg.

Maar anders.

Het derde jaar voelt als een verdieping van het tweede jaar.

Samenvattend

Terugkijkend zie ik mezelf dat eerste jaar vooral ‘in shock’. Het tweede jaar maakte ik een soort pas op de plaats en maakte ruimte voor mijn schrik, verdriet, ontzetting en rouw. Het derde jaar begon ik voorzichtig om me heen te kijken in de ruimte die ik had gemaakt.

Mijn vierde jaar in Het land van rouw stap ik in met Lucy, en met mijn rugzak een beetje gevuld met nieuwe kennis. Ik begin soms dingen te herkennen, en te begrijpen. Ik onderzoek en verken het leven in Het land van rouw.

En altijd is daar Lucy.

Vergelijkbare berichten

8 reacties

  1. I’ve had that “First or Second Year? discussion more than once with people (and with myself) and the fact is, there is no answer for everyone. You nailed it with “not worse, not better, but different.” I suspect you are familiar with the work of Alan Wohfelt. Perhaps at some point you’ll choose to write at length about Lucy, or perhaps you already do. I’ve not had the tragedy of losing a child but when I read Sharon Emery’s moving book about her daughter’s death, I realized all too well that it is far different from having a parent or someone who has more fully lived pass. I send hugs and warmth your way as you enter year four of your grief journey.

  2. Ik werd ook gewaarschuwd voor een “erger” tweede jaar. Maar zo voelde ik dat gelukkig niet. Het is vooral anders. De schok, de ontzetting, het schuldgevoel en het verdriet in het eerste jaar was adembenemend. Nu staat dat minder op de voorgrond. Ik vond het tweede jaar veel somberder. Het is moeilijk weer zin in het leven te krijgen.

  3. Je bent een kluizenaar als je alleen zou wonen en niemand toelaat. Ik vind jou geen kluizenaar omdat je sociale activiteiten hebt verminderd, denk dat alleen maar goed is als je dat zo voelt. Je woont samen met je man en kinderen, , dus dat is zeker geen kluizenaarsleven.

  4. Het eerste jaar leefde ik van datum naar datum: pasen, pinksteren, moederdag, vaderdag, verjaardagen… Iedere keer was moeilijk. Het tweede jaar was die houvast weg, op mijn werk en in de familie liep het niet lekker en kwam ik in een burn-out terecht. Er waren mensen die zeiden dat ik na het overlijden van onze zoon te vlug was gaan werken, maar daar had ik anderhalf jaar later toch echt geen last van. Het waren andere dingen waardoor ik die burn-out kreeg. Hoewel de meeste mensen erg met me begaan waren, was niet iedereen dat meer. Ik voelde dat ik op mijn werk en in mijn familie veel dingen alleen moest oplossen, ik voelde me in de steek gelaten en daar liep het dus spaak. Samen met dat immense verdriet. Ik krabbelde op, ik kwam er sterker uit. Het verdriet en gemis zijn een deel van mijn leven geworden. Het zit niet meer zo aan de oppervlakte, maar soms is er toch maar weinig voor nodig om weer terug in die afgrond te vallen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *